10. de wijze en periodiciteit van noodzakelijke informatiedoorstroming tussen de organen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging onderling, naar de deelnemers en eventueel naar belanghebbende derden toe.
10. des modalités d'intercommunication de ses organes et d'information des participants et, le cas échéant, des tiers intéressés, ainsi que de la périodicité de ces flux.