Art. 10. Onverminderd de bepalingen van artikel 21, § 5, van dit besluit, nemen de 12e, 13e, 14e, 15e, 16e en 31e kamer kennis van de betwistingen bedoeld in artikel 580, 8°, c, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het bestaansminimum en de maatschappelijke integratie, art. 580, 8°, d, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de maatschappelijke dienstverlening en art. 580, 8°, f van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de opvang van
asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen evenals van de betwistingen ...[+++] betreffende de toepassing van de administratieve sancties bepaald in de desbetreffende wetgeving.
Art. 10. Sans préjudice des dispositions de l'article 21, § 5, du présent arrêté, les 12, 13, 14, 15, 16 et 31 chambres connaissent des contestations visées à l'article 580, 8°, c du Code judiciaire concernant le minimum de moyens d'existence et l'intégration sociale, l'art. 580, 8°, d, du Code judiciaire concernant l'aide sociale, et l'art. 580, 8°, f du Code judiciaire concernant l'accueil des demandeurs d'asile et autres catégories spécifiques d'étrangers, ainsi que de celles relatives à l'application des sanctions administratives prévues par la législation en la matière.