57. herinnert de lidstaten eraan dat de verstrekking van adequate kinderopvang een fundamenteel onderdeel van de gelijkheid van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt is; betreurt dat we ver verwijderd zijn van de verwezenlijking van de in 2002 i
n Barcelona door de Europese Raad gestelde doelen voor 2010 op het gebied van voorschoolse kinderopvang, te weten opvang voor ten minste 90% van de kinderen tussen de leeftijd van 3 jaar en de leerplichtige leeftijd en ten minste 33% voor kinderen tot 3 jaar; verzoekt de Raad en de lidstaten hun toezeggingen inzake de Barcelona-doelstellingen inzake toegankelijke, betaalbare en hoogwaardige kinde
...[+++]ropvang na te komen en te vernieuwen en nieuwe doelstellingen voor de opvang van hulpbehoevenden te ontwikkelen; roept de lidstaten daarom op om de toegankelijkheid te verbeteren, met name door financiële steun voor kinderopvang; openbare voorzieningen voor kinderopvang te verbeteren en het bedrijfsleven te stimuleren om er interne voorzieningen voor te treffen; 57. rappelle aux États membres que des services adéquats de garde d'enfants sont essentiels pour assurer l'égalité entre les hommes et les femmes sur le marché du travail; déplore que les o
bjectifs du Conseil européen de Barcelone de 2002, à savoir mettre en place des structures d'accueil préscolaire pour 90 % au moins des enfants ayant entre trois ans et l'âge de la scolarité obligatoire et pour au moins 33 % des enfants âgés de moins de trois ans, qui étaient fixés jusqu'en 2010, soient loin d'être atteints; invite le Conseil et les États membres à renouveler et à remplir leurs engagements quant aux objectifs de Barcelone en vue de m
...[+++]ettre en place des structures de garde d'enfants accessibles, d'un coût abordable et d'une qualité élevée, et à élaborer de nouveaux objectifs pour la prise en charge des personnes dépendantes; invite dès lors les États membres à améliorer l'accessibilité des modes de garde, notamment par un accompagnement financier, à renforcer les structures publiques d'accueil des enfants et à octroyer des incitations aux entreprises pour qu'elles créent les structures correspondantes dans leurs locaux;