17. verzoekt de Commissie duidelijke maatregelen voor te stellen om seksuele intimidatie op de werkplek doeltreffender te bestrijden; betreurt het dat, ondanks het bestaan van EU-wetgeving ter bescherming van personen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt, 30 %
van de werkzoekende transgenders discriminatie heeft ervaren bij het zoeken naar een baan en dat in het jaar voorafgaand aan het LGBT-onderzoek van het Bureau voor de
grondrechten van de Europese Unie, vrouwelijke t ...[+++]ransgenders zich waarschijnlijk het vaakst gediscrimineerd voelden; wijst erop dat dit een inbreuk op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is; dringt er bij de Commissie op aan om nauwlettend toezicht te houden op de doeltreffendheid van nationale klachteninstanties en -procedures in het kader van de tenuitvoerlegging van de richtlijnen inzake gendergelijkheid met betrekking tot genderidentiteit, genderexpressie en geslachtsverandering; roept de Commissie op om de lidstaten te voorzien van deskundigheid over de manier om vooruitgang te boeken in de aanpak van discriminatie op grond van "geslachtskenmerken" op de arbeidsmarkt; verzoekt de Commissie om de lidstaten te helpen en te stimuleren bij het betrekken van transgenders en interseksuelen bij opleidingen op het gebied van diversiteit en om samen met werkgevers maatregelen voor de werkvloer vast te stellen, bijvoorbeeld het bevorderen van anonieme aanwervingsprocedures; dringt er bij de lidstaten op aan om met behulp van middelen van het Europees Sociaal Fonds (ESF) de discriminatie tegen transgenders actief aan te pakken, overeenkomstig de jurisprudentie van het HvJ-EU;