11. stelt de formulering en tenuitvoerlegging voor van een gemeenschappelijk buitenlands beleid, dat gebaseerd is op dergelijke beginselen (democratie, eerbiediging van de mensenrechten) en dat op zodanige wijze wordt gevoerd (oplossing van geschillen langs vreedzame weg) dat het wezenlijk bijdraagt tot het voorkomen van anti-Europese (anti-westerse) reacties en fundamentalistische strevingen;
11. propose que la politique étrangère commune soit conçue et mise en œuvre sur la base de ces principes (démocratie, respect des droits de l'homme) et appliquée selon des méthodes (traitement des questions et problèmes par des moyens pacifiques) permettant de contribuer activement aux efforts pour mettre fin aux réactions anti-européennes (anti-occidentales) et aux tendances fondamentalistes;