Traduction de «europees parlement palestijnse kwestie topconferentie acs-landen emissiehandel » (Néerlandais → Français) :

illegale migratie Europees Parlement Palestijnse kwestie topconferentie ACS-landen emissiehandel Hof van Justitie van de Europese Unie uitbreiding van de Europese Unie Verdrag betreffende de Europese Unie intergouvernementele conferentie (EU) consolidatie van de Europese Unie sociale dialoog (EU) GBVB Europese Grondwet opwarming van het klimaat Hoofdstedelijk Gewest Brussels sociale partner internationale rol van de EU aardgas gekwalificeerde meerderheid Protocol van Kyoto subsidiariteitsbeginsel Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden Unie voor het Middellandse Zeegebied energiebeleid Afrika vermindering van gasemissie Europese Raad Verdrag van Lissabon eerbiediging van het privé-leven economische en sociale samenhang ijzer- en staalindustrie Israël geldmarkt EGA emissierechten regenereerbare energie fusie van ondernemingen Europese sociale politiek Birma/Myanmar Europees Verbond van Vakverenigingen werking van de instelling
migration illégale Parlement européen question de la Palestine réunion au sommet pays ACP échange de droits d'émission Cour de justice de l'Union européenne élargissement de l'Union européenne traité sur l'Union européenne conférence intergouvernementale (UE) approfondissement de l'Union européenne dialogue social (UE) PESC constitution européenne réchauffement climatique Région de Bruxelles-Capitale partenaire social rôle international de l'UE gaz naturel majorité qualifiée Protocole de Kyoto principe de subsidiarité Comité d'avis fédéral chargé des questions européennes Union pour la Méditerranée politique énergétique Afrique réduction des émissions de gaz Conseil européen traité de Lisbonne protection de la vie privée cohésion économique et sociale industrie sidérurgique Israël marché financier CEEA quota d'émission énergie renouvelable fusion d'entreprises politique sociale européenne Birmanie/Myanmar Confédération européenne des syndicats fonctionnement institutionnel

Irak nationaal parlement Syrië Iran wapenhandel Mali Rusland ontwikkelingshulp wapenindustrie GBVB Midden-Afrika vluchteling internationale rol van de EU Midden-Oosten Europese Dienst voor extern optreden EVDB illegale migratie Europees Parlement Palestijnse kwestie Sahel interparlementaire samenwerking jeugdwerkloosheid Koerdische kwestie Europees Defensieagentschap Egypte Europees defensiebeleid Moldavië Afrika conflictpreventie Hoorn van Afrika Noord-Afrika Libië piraterij handhaving van de vrede Somalië Turkije mediterrane derde landen Europees nabuurschapsbeleid
Iraq parlement national Syrie Iran commerce des armes Mali Russie aide au développement industrie de l'armement PESC Afrique centrale réfugié rôle international de l'UE Proche et Moyen-Orient Service européen pour l'action extérieure PESD migration illégale Parlement européen question de la Palestine Sahel coopération interparlementaire chômage des jeunes question du Kurdistan Agence européenne de défense Égypte politique européenne de défense Moldova Afrique prévention des conflits Corne de l'Afrique Afrique du Nord Libye piraterie maintien de la paix Somalie Turquie pays tiers méditerranéens politique européenne de voisinage

Ierland anticrisisplan kredietinstelling Palestijnse kwestie topconferentie emissiehandel belastingvlucht uitbreiding van de Europese Unie Kosovo-kwestie Iran situatie van de Europese Unie Ecofin bescherming van de vennoten Verdrag betreffende de Europese Unie Rusland Overeenkomst van Bretton Woods economische recessie ontwikkelingshulp monetaire crisis bankcontrole bank Democratische Republiek Congo migratiebeleid van de EU opwarming van het klimaat Midden-Afrika Internationaal Muntfonds NAVO burgerluchtvaart aandeelhouder internationale rol van de EU overheidssteun Midden-Oosten Europese verdragen liquiditeitscontrole Eurogroep (NAVO) India Europees defensiebeleid Europese Commissie EU-milieubeleid Protocol van Kyoto Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden eurozone Unie voor het Middellandse Zeegebied rechten van de mens kleine en middelgrote onderneming gemeenschappelijk landbouwbeleid energiebeleid EU-actie Oekraïne vermindering van gasemissie Europese Raad Europese Unie financiële interventie Stabiliteitspact Verdrag van Lissabon bankdeposito spaartegoed koopkracht effectenbeurs aandeel economische en sociale samenhang China Georgië budgettair evenwicht EU-beleid actieprogramma politiek asiel Kosovo Tsjechië emissierechten regenereerbare energie onafhankelijkheid van energie Europese Centrale Bank financiële solvabiliteit
Irlande plan anticrise établissement de crédit question de la Palestine réunion au sommet échange de droits d'émission évasion fiscale élargissement de l'Union européenne question du Kosovo Iran situation de l'Union européenne Ecofin protection des associés traité sur l'Union européenne Russie accord de Bretton Woods récession économique aide au développement crise monétaire contrôle bancaire banque République démocratique du Congo politique migratoire de l'UE réchauffement climatique Afrique centrale Fonds monétaire international OTAN aviation civile actionnaire rôle international de l'UE aide de l'État Proche et Moyen-Orient traités européens contrôle de liquidité Eurogroupe (OTAN) Inde politique européenne de défense Commission européenne politique de l'environnement de l'UE Protocole de Kyoto Comité d'avis fédéral chargé des questions européennes zone euro Union pour la Méditerranée droits de l'homme petites et moyennes entreprises politique agricole commune politique énergétique action de l'UE Ukraine réduction des émissions de gaz Conseil européen Union européenne intervention financière pacte de stabilité traité de Lisbonne dépôt bancaire épargne pouvoir d'achat Bourse des valeurs action financière cohésion économique et sociale Chine Géorgie équilibre budgétaire politique de l'UE programme d'action asile politique Kosovo République tchèque quota d'émission énergie renouvelable indépendance énergétique Banque centrale européenne solvabilité financière

culturele samenwerking immigratie illegale migratie Palestijnse kwestie ACS-landen emissiehandel uitbreiding van de Europese Unie postdienst westelijke Balkan Kosovo-kwestie satellietnavigatie vernieuwing energievoorziening betrekkingen binnen de EU EU-onderzoeksbeleid Rusland flexibiliteit van de arbeid economische ontwikkeling marien milieu bevolking op arbeidsgeschikte leeftijd GBVB Servië Europese Grondwet opwarming van het klimaat economische groei culturele verscheidenheid waterbehoefte Brazilië marktliberalisatie internationale rol van de EU Midden-Oosten Europese verdragen India luchtverontreiniging zekerheid van arbeidsplaats EU-milieubeleid rechten van minderheden maritiem beleid Protocol van Kyoto Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden Unie voor het Middellandse Zeegebied energiebeleid acculturatie pensioenvoorwaarden Afrika vermindering van gasemissie Zuid-Amerika arbeidsmarkt watervoorraad betrekking van de Europese Unie Akkoord van Schengen grenscontrole globalisering Verdrag van Lissabon EU-werkgelegenheidsbeleid werkende beroepsbevolking economische en sociale samenhang Kroatië buitengrens van de EU voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie China EU-begroting EU-beleid Kosovo emissierechten Europese sociale politiek Turkije Birma/Myanmar culturele identiteit vergrijzing van de bevolking werking van de instelling
coopération culturelle immigration migration illégale question de la Palestine pays ACP échange de droits d'émission élargissement de l'Union européenne service postal Balkans occidentaux question du Kosovo navigation par satellite innovation approvisionnement énergétique relation intra-UE politique de la recherche de l'UE Russie flexibilité du travail développement économique milieu marin population en âge de travailler PESC Serbie constitution européenne réchauffement climatique croissance économique pluralisme culturel besoin en eau Brésil libéralisation du marché rôle international de l'UE Proche et Moyen-Orient traités européens Inde pollution atmosphérique sécurité de l'emploi politique de l'environnement de l'UE droits des minorités politique maritime Protocole de Kyoto Comité d'avis fédéral chargé des questions européennes Union pour la Méditerranée politique énergétique acculturation condition de la retraite Afrique réduction des émissions de gaz Amérique du Sud marché du travail ressource en eau relation de l'Union européenne accord de Schengen contrôle à la frontière mondialisation traité de Lisbonne politique de l'emploi de l'UE population active occupée cohésion économique et sociale Croatie frontière extérieure de l'UE présidence du Conseil de l'Union européenne Chine budget de l'UE politique de l'UE Kosovo quota d'émission politique sociale européenne Turquie Birmanie/Myanmar identité culturelle vieillissement démographique fonctionnement institutionnel

internationale rol van de EU Midden-Oosten Europees Ruimteagentschap immigratie financiering van de EU-begroting institutionele bevoegdheid (EU) justitiële samenwerking in strafzaken (EU) duurzame ontwikkeling topconferentie Europese Raad Midden-Afrika gekwalificeerde meerderheid EU-werkgelegenheidsbeleid krijgsmacht Palestijnse kwestie Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden nationaal parlement ruimtevaart taalgebruik Oekraïne Afrika ouderdomsverzekering intergouvernementele overeenkomst (EU) Rusland satellietnavigatie bevoegdheid van de EU westelijke Balkan economische en sociale samenhang voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie Europese Grondwet militaire missie van de EU bevoegdheid van de lidstaten ruimtevaartbeleid officiële taal Cyprus parlementsdebat politiek asiel openbaarheid van het besluitvormingsproces werking van de instelling Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zetel van de instelling consolidatie van de Europese Unie EU-programma GBVB grondwet uitbreiding van de Europese Unie verdeling van de bevoegdheden samenwerking tussen de EU en de NAVO terrorisme Afghanistan euro Europees octrooi satellietcommunicatie Japan NAVO
rôle international de l'UE Proche et Moyen-Orient Agence spatiale européenne immigration financement du budget de l'UE compétence institutionnelle (UE) coopération judiciaire pénale (UE) développement durable réunion au sommet Conseil européen Afrique centrale majorité qualifiée politique de l'emploi de l'UE armée question de la Palestine Comité d'avis fédéral chargé des questions européennes parlement national navigation spatiale emploi des langues Ukraine Afrique assurance vieillesse convention intergouvernementale (UE) Russie navigation par satellite compétence de l'UE Balkans occidentaux cohésion économique et sociale présidence du Conseil de l'Union européenne constitution européenne mission militaire de l'UE compétence des États membres politique spatiale langue officielle Chypre débat parlementaire asile politique transparence du processus décisionnel fonctionnement institutionnel charte des droits fondamentaux de l'Union européenne siège de l'institution approfondissement de l'Union européenne programme de l'UE PESC constitution élargissement de l'Union européenne répartition des compétences coopération UE-OTAN terrorisme Afghanistan euro brevet européen communication par satellite Japon OTAN

Op de lijst van bevestigde deelnemers staat op dit moment, naast vertegenwoordigers van de Europese Commissie: de presidenten van Benin, Burkina Faso, Rwanda, Mali, Tanzania en Malawi (dat momenteel het voorzitterschap van de Afrikaanse Unie bekleedt), de eerste ministers van Zimbabwe en de Palestijnse Autoriteit, de voorzitter van het Europees Parlement Jerzy Buzek, de voorzitter van de Commissie van de Afrikaanse Unie Jean Ping, de voormalige president van Frankrijk Jacques Chirac, vooraanstaande academici zoals prof. Paolo Buss, prof. Paul Collier, dr. Armando De Negri en dr. Rajendra Pachauri, en vertegenwoordigers van internationale organisaties zoals Filippo Grandi (UNRWA), dr. Ibn Chambas (secretaris-generaal van de ACS-staten), en Cheick Sidi Diarra (hoge vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voor de minst ontwikkelde landen).
À ce stade, outre les représentants de la Commission européenne, ont confirmé leur présence les actuels présidents du Bénin, du Burkina Faso, du Rwanda, du Mali, de la Tanzanie et du Malawi (qui exerce actuellement la présidence de l'Union africaine), les premiers ministres du Zimbabwe et de l'Autorité palestinienne, le président du Parlement européen, M. Jerzy Buzek, le président de la Commission de l'Union africaine, M. Jean Ping, l'ancien président français, M. Jacques Chirac, d'éminents professeurs d'université tels que Paolo Buss, Paul Collier, Armando De Negri et Rajendra Pachauri, ainsi que des représentants d'organisations internationales tels que Filippo Grandi (UNRWA), Ibn Chambas (secrétaire général ACP), et Cheick Sidi Diarra (haut représentant des Nations unies pour les pays les moins avancés).

43. maakt zich ernstig ongerust dat de bestuursprofielen die de Commissie voor elk ACS-land opgesteld heeft - die bepalend zullen zijn voor de programmering van de ontwikkelingshulp uit de 2 700 000 000 EUR aanvullende middelen bij het 10de Europees Ontwikkelingsfonds - zonder enige inspraak tot stand gekomen zijn; merkt op dat werd bepaald welke landen in aanmerking komen voor bijkomende fondsen door middel van een reeks criteria die verband houden met kwesties als migratie, vrije handel en terrorismebestrijding, waarbij slechts één criterium direct gekoppeld is aan de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling; spreekt zijn verbijstering uit over het feit dat de "profielen" van de Commissie het APRM-proces dreigen uit te hollen, en dat de Commissie voorstelt pas nadat de programmering van de bijkomende fondsen voltooid is, een "Bestuursforum" in te stellen, buiten het APRM-proces om, en dat de EU "teneinde een doeltreffender ondersteuning van de pan-Afrikaanse bestuursarchitectuur te vergemakkelijken (.) nieuwe richtingen zal verkennen om de financiering door de Gemeenschap en de lidstaten tot stand te brengen"; vraagt de Commissie om het Europees Parlement en de Raad te raadplegen en te informeren omtrent de follow-up en implementatie van deze fondsen om zeker te zijn dat ze worden toegewezen aan bestuursmaatregelen om de doelstellingen van de Afrikaanse Unie inzake bestuur en het APRM-proces te steunen;
43. craint vivement que les "profils de gouvernance" mis en place par la Commission pour chaque pays ACP afin d'orienter la programmation de l'aide au développement pour les 2 700 000 000 EUR de crédits supplémentaires prévus dans le cadre du 10 FED, n'aient été préparés sans aucun élément de participation; relève que l'éligibilité des pays bénéficiaires pour l'accès au crédits supplémentaires a été appréciée selon un ensemble de critères portant par exemple sur les migrations, la libéralisation des échanges et la lutte contre le terrorisme, mais qu'un seul critère se rapportait directement aux OMD; est consterné par le fait que les "profils" de la Commission risquent de vider de sa substance le processus MAEP et que ce n'est qu'après l'achèvement de la programmation des crédits supplémentaires que la Commission propose de lancer, en dehors du processus MAEP, un "forum de la gouvernance" et que "afin de faciliter un soutien plus efficace à l'architecture de gouvernance panafricaine (...) l'UE explorera de nouvelles voies pour assurer un financement de la Communauté et des États membres"; demande à la Commission de consulter et d'informer le Parlement européen et le Conseil sur le suivi et l'utilisation de ces crédits afin de veiller à ce qu'ils soient affectés à des initiatives en matière de gouvernance, pour soutenir le programme de gouvernance de l'UA et le processus MAEP;

21. herinnert de Raad evenwel aan de genoemde resolutie van het Europees Parlement van 24 februari 2005, waarin de EU werd opgeroepen resoluties over een aantal prioritaire kwesties in te dienen; betreurt met name dat de EU heeft geweigerd resoluties te steunen over schendingen van de mensenrechten in China, Zimbabwe en Tsjetsjenië; herinnert in dit verband aan de verbintenissen van de Raad in het kader van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen, waarin duidelijk wordt verklaard dat een mensenrechtendialoog met een derde land de Raad niet kan beletten om in de VN-Raad voor de rechten van de mens een resolutie over datzelfde land te steunen; neemt in dit verband nota van het feit dat in het jaarverslag 2005 wordt verklaard dat met name de groep van Afrikaanse landen niet coöperatief is geweest toen de situatie van de mensenrechten in bepaalde Afrikaanse landen onderwerp van discussie was tijdens de vergadering van de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN; verzoekt de Commissie en de Raad derhalve om alle beschikbare middelen aan te wenden om de groep van Afrikaanse landen te overhalen om in de toekomst met de Algemene Vergadering van de VN samen te werken door de dialoog aan te gaan en informatie over de betrokken Afrikaanse landen te verstrekken, vooral over de landen waarmee de ACS-EU-samenwerking overeenkomstig artikel 96 van de ACS-EU-Overeenkomst is opgeschort of over de landen waarmee overeenkomstig artikel 8 van diezelfde Overeenkomst een politieke dialoog wordt gevoerd; stelt voor dat het Europees Parlement voortaan zijn bij de Raad ingediende ontwerpresoluties beperkt tot de belangrijkste landen en dat het de werkzaamheden van de Raad in dit verband sterker ondersteunt;
21. rappelle néanmoins au Conseil sa résolution précitée du 24 février 2005, qui appelait l'Union européenne à présenter des résolutions sur un certain nombre de questions prioritaires; regrette en particulier, le refus de l'Union européenne d'appuyer des résolutions sur les violations des droits de l'homme en Chine, au Zimbabwe et en Tchétchénie; rappelle à cet égard les engagements pris par le Conseil dans le contexte des lignes directrices de l'Union européenne en matière de dialogues sur les droits de l'homme, lesquels établissent clairement qu'un dialogue sur les droits de l'homme avec un pays ne peut empêcher le Conseil d'appuyer une résolution concernant ce pays précisément, au sein du Conseil des droits de l'homme des Nations unies; dans ce contexte, prend également en compte la déclaration figurant dans le rapport 2005 selon laquelle le groupe africain particulièrement n'a pas fait preuve de coopération lors de la discussion sur la situation des droits de l'homme dans certains pays africains spécifiques, au cours des travaux de la Troisième commission de l'Assemblée générale des Nations unies; demande par conséquent à la Commission et au Conseil d'utiliser tous les moyens à leur disposition afin de persuader le groupe africain de coopérer à l'avenir avec l'Assemblée générale des Nations unies en conduisant un dialogue et en fournissant des informations sur les pays africains concernés, particulièrement ceux avec lesquels la coopération ACP-UE est suspendue conformément à l'article 96 de l'accord de partenariat ACP-UE ou avec lesquels un dialogue politique est engagé en application de l'article 8 de cet accord; suggère que le Parlement européen limite à l'avenir les propositions de résolution à l'intention du Conseil à celles qui traitent des pays qui soulèvent les plus grandes préoccupations, et qu'il appuie mieux les travaux du Conseil à cet égard;

21. herinnert de Raad evenwel aan de resolutie van het Europees Parlement van 24 februari 2005, waarin de EU werd opgeroepen resoluties over een aantal prioritaire kwesties in te dienen; betreurt met name dat de EU heeft geweigerd resoluties te steunen over schendingen van de mensenrechten in China, Zimbabwe en Tsjetsjenië; herinnert in dit verband aan de verbintenissen van de Raad in het kader van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen, waarin duidelijk wordt verklaard dat een mensenrechtendialoog met een derde land de Raad niet kan beletten om in de VN-Commissie voor de rechten van de mens een resolutie over datzelfde land te steunen; neemt in dit verband nota van het feit dat in het jaarverslag 2005 wordt verklaard dat met name de groep van Afrikaanse landen niet coöperatief is geweest toen de situatie van de mensenrechten in bepaalde Afrikaanse landen onderwerp van discussie was tijdens de vergadering van de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN; verzoekt de Commissie en de Raad derhalve om alle beschikbare middelen aan te wenden om de groep van Afrikaanse landen te overhalen om in de toekomst met de Algemene Vergadering van de VN samen te werken door de dialoog aan te gaan en informatie over de betrokken Afrikaanse landen te verstrekken, vooral over de landen waarmee de ACS-EU-samenwerking overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou is opgeschort of over de landen waarmee overeenkomstig artikel 8 van diezelfde Overeenkomst een politieke dialoog wordt gevoerd; stelt voor dat het Europees Parlement voortaan zijn bij de Raad ingediende ontwerpresoluties beperkt tot de belangrijkste landen en dat het de werkzaamheden van de Raad in dit verband sterker ondersteunt;
21. rappelle néanmoins au Conseil sa résolution du 24 février 2005 qui appelait l'UE à présenter des résolutions sur un certain nombre de questions prioritaires; regrette en particulier, le refus de l'UE d'appuyer des résolutions sur les violations des droits de la personne en Chine, au Zimbabwe et en Tchétchénie; rappelle à cet égard les engagements pris par le Conseil dans le contexte des lignes directrices de l'UE en matière de dialogues sur les droits de l'homme, lesquels établissent clairement qu'un dialogue sur les droits de l'homme avec un pays ne peut empêcher le Conseil d'appuyer une résolution concernant ce pays précisément, au sein du Conseil des droits de l'homme des Nations unies; dans ce contexte, prend également en compte la déclaration figurant dans le rapport 2005 selon laquelle le groupe africain particulièrement n'a pas fait preuve de coopération lors de la discussion sur la situation des droits de l'homme dans certains pays africains spécifiques, au cours des travaux de la Troisième commission de l'Assemblée générale des Nations unies; demande par conséquent à la Commission et au Conseil d'utiliser tous les moyens à leur disposition afin de persuader le groupe africain de coopérer à l'avenir avec l'Assemblée générale des Nations unies en conduisant un dialogue et en fournissant des informations sur les pays africains concernés, particulièrement ceux avec lesquels la coopération ACP UE est suspendue conformément à l'article 96 de l'accord de Cotonou ou avec lesquels un dialogue politique est engagé en application de l'article 8 de cet accord; suggère que le Parlement européen limite à l'avenir les propositions de résolution à l'intention du Conseil à celles qui traitent des pays qui soulèvent les plus grandes préoccupations, et qu'il appuie mieux les travaux du Conseil à cet égard;