De Minister heeft onderstreept dat die raadpleging echter niet
meer verplicht zou zijn indi
en de rechtbank van koophandel beslist het faillissement uit te spreken zonder voortzetting van de handelsverrichtingen, hetgeen volgens hem noodzakelijkerwijze leidt tot een onmiddellijk
stopzetten van alle activiteiten en afvloeiing van het pe
rsoneel (P ...[+++]arl. St., Kamer, 1990-1991, nr. 1105-2, p. 42).
Le ministre a souligné qu'en revanche cette consultation ne serait plus obligatoire si le tribunal de commerce décidait de prononcer la faillite sans poursuite de l'activité, ce qui entraîne nécessairement, selon lui, une interruption immédiate de toutes les activités et une réduction du personnel (Doc. parl., Sénat, 1990-1991, n° 1105-2, p. 42).