(11) De beroepsactiviteiten die de lidstaten van de werkingssfeer van Richtlijn 76/207/EEG kunnen uitsluiten, moeten worden beperkt tot de beroepsactiviteiten die ertoe noodzaken dat een persoon van een bepaald geslacht de arbeid verricht wegens de aard van de betrokken specifieke beroepsactiviteiten, mits het nagestreefde doel legitiem is en het evenredigheidsbeginsel, zoals het in de jurisprudentie van het Hof van Justitie is vastgesteld, geëerbiedigd wordt(8).
(11) Les activités professionnelles que les États membres peuvent exclure du champ d'application de la directive 76/207/CEE devraient être limitées à celles qui nécessitent l'emploi d'une personne d'un sexe donné, en raison de la nature des activités professionnelles particulières concernées, pour autant que l'objectif soit légitime et conforme au principe de proportionnalité tel qu'il ressort de la jurisprudence de la Cour de justice(8).