De toezichthoudend minister kan een afwijking van de in artikel 7, § 1, bedoelde erkenningsvoorwaarde toekennen indien de privé-instelling die kandidaat is voor de erkenning bewijst dat de uitoefening van haar maatschappelijk doel de niet-gemengdheid inhoudt of als doel heeft.
Le Ministre de tutelle peut accorder une dérogation à la condition d'agrément visée à l'article 7, § 1, si l'organisme privé candidat à l'agrément démontre que l'exercice de son objet social implique ou a pour conséquence la non mixité.