Alleen in de hypothese van een erkenning zou dus een betwisting daaromtrent kunnen worden ingesteld, overeenkomstig artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, als zou blijken dat er een gebrek kleeft aan de toestemming van de erkenner, in dit geval door vergissing of bedrog, en als er geen bezit van staat is.
Il n'y a donc que dans l'hypothèse d'une reconnaissance qu'une contestation de celle-ci pourrait être introduite, conformément à l'article 330 du Code civil, s'il apparaissait que le consentement du reconnaissant a été vicié, en l'espèce par l'erreur ou le dol, et qu'il n'y a pas de possession d'état.