Uit de in B.6.1 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever de mogelijkheden om de erkenning van een kind te betwisten, heeft willen beperken omwille van de rechtszekerheid, en dat hij rekening ermee heeft gehouden dat de erkenner uitdrukkelijk heeft ingestemd met die erkenning.
Il ressort des travaux préparatoires cités en B.6.1 que le législateur a voulu limiter les possibilités de contester la reconnaissance d'un enfant dans un but de sécurité juridique et qu'il a pris en compte le fait que l'auteur de la reconnaissance a expressément consenti à cette reconnaissance.