1. De werknemer wiens recht op een prothese, op hulpmiddelen van grotere omvang of op andere belangrijke verstrekkingen ten behoeve van zichzelf of van een van zijn gezinsleden door het orgaan van een Lid-Staat is erkend vóór zijn aansluiting bij het orgaan van een andere Lid-Staat, krijgt deze verstrekkingen voor rekening van eerstbedoeld orgaan, zelfs indien zij eerst worden toegekend wanneer bedoelde werknemer reeds bij het tweede orgaan is aangesloten.
1. Le travailleur qui s'est vu reconnaître, pour lui-même ou pour un membre de sa famille, le droit à une prothèse, à un grand appareillage ou à d'autres prestations en nature d'une grande importance par l'institution d'un État membre avant sa nouvelle affiliation à l'institution d'un autre État membre bénéficie de ces prestations à la charge de la première institution même si elles sont accordées alors que ledit travailleur se trouve déjà affilié à la deuxième institution.