De vordering tot inkorting ten aanzien van een gift toegekend aan een begiftigde die geen erfgenaam is, verjaart na twee jaar te rekenen vanaf de afsluiting van de vereffening-verdeling van de nalatenschap voor zover uit deze vereffening de aantasting blijkt van het voorbehouden deel van de erfgenamen aan wie de wet een voorbehouden erfdeel toekent of, in elk geval, na maximum dertig jaar te rekenen vanaf het openvallen van de nalatenschap.
L'action en réduction à l'égard d'une libéralité consentie au bénéfice d'un gratifié qui n'est pas un héritier se prescrit par deux ans à compter de la clôture de la liquidation-partage de la succession pour autant que ladite liquidation ait fait apparaître l'atteinte portée à la réserve des héritiers réservataires ou, en toute hypothèse, par trente ans maximum à compter de l'ouverture de la succession.