7. benadrukt dat er meer inspanningen nodig zijn om het gebruik van antibiotica in de menselijke geneeskunde en de diergeneeskunde te controleren; keurt het gangbare profylactisch gebruik van antibiotica in de veehouderij ten stelligste af; onderschrijft de conclusies van de Raad van 22 juni 2012 waarin de lidstaten worden opgeroepen het profylactisch gebruik van antibiotica te beperken tot gevallen met vastomlijnde klinische behoeften, en het voorschrijven en gebruiken van antibiotica voor de massale behandeling van vee te beperken tot gevallen waarin een dierenarts heeft vastgesteld dat het klinisch en
in voorkomend geval epidemiologisch duidelijk gerechtvaardigd is alle d ...[+++]ieren te behandelen; benadrukt dat de sectoren veehouderij en aquacultuur zich moeten concentreren op ziektepreventie door een goede hygiëne in acht te nemen, de dieren goed onder te brengen, goede veehouderijpraktijken toe te passen en strenge bioveiligheidsmaatregelen te treffen in plaats van preventief gebruik te maken van antibiotica; is van mening dat de controle op ingevoerd voedsel uit niet-lidstaten moeten worden aangescherpt, voornamelijk vanwege het feit dat zulke importen verdachte sporen van antibiotica kunnen bevatten;