De Raad van State stelde in zijn advies dat uit de artikelen 5, lid 2, 15 en 16, van deze Overeenkomst
voortvloeit dat de toegang tot het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen geweigerd moet worden aan de vreemdelin
g die niet aan deze voorwaarde voldoet, tenzij een Overeenkomstsluitende Partij het op grond van humanitaire overwegingen, om redenen van nationaal belang of wegens internationale verplichtingen noodzakelijk acht van dit beginsel af te wijken, in welk geval de toegang beperkt wordt tot het
grondgebie ...[+++]d van die enkele Partij.
Le Conseil d'État a dit dans son avis qu'il résulte des articles 5, § 2, 15 et 16, de la convention que l'entrée sur les territoires des parties contractantes doit être refusée à l'étranger qui ne remplit pas cette condition, sauf si la partie contractante estime nécessaire de déroger à ce principe pour des motifs humanitaires ou d'intérêt national ou en raison d'obligations internationales, auquel cas l'admission est limitée à son seul territoire.