Bij de benoeming van de bevoegde autoriteit of autoriteiten wordt er met name op toegezien dat er geen enkele vorm van afhankelijkheid of ondergeschiktheid en geen banden bestaan tussen deze autoriteit of autoriteiten of de leden ervan en de opdrachtgever.
En particulier, il est procédé à la désignation de l'autorité ou des autorités compétentes de manière à éviter tout rapport de dépendance, de liaison ou de subordination entre elles-mêmes ou leurs composantes et le maître d'ouvrage.