(5) Voorts leest men in het advies van de Raad van State : « Wat de overige instellingen betreft, lijkt geen enkele grondwetsbepaling, noch enig algemeen beginsel eraan in de weg te staan dat de besteding van de hun toegekende middelen voortaan ter goedkeuring en ter fine van controle worden voorgelegd aan de Kamer van volksvertegenwoordigers».
(5) L'avis du Conseil d'État précise également que : « En ce qui concerne les autres institutions, aucune disposition constitutionnelle, ni aucun principe général ne paraît s'opposer à ce que soit désormais soumise à l'approbation et au contrôle de la Chambre des représentants l'affectation des moyens qui leur sont alloués».