Art. 5. De werklieden en werksters die gebruik maken van het openbaar vervoer, ander dan georganiseerd door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (het stedelijk en voorstedelijk openbaar vervoer) over een afstand van meer dan 5 km, te berekenen vanaf de vertrekhalte hebben, naast de tussenkomst zoals bedoeld in artikel 3, recht op de bijkomende tussenkomst vanwege de werkgever.
Art. 5. Les ouvriers et ouvrières qui font usage du transport public autre que celui organisé par la Société nationale des Chemins de Fer belge (le transport en commun urbain et suburbain) sur une distance supérieure à 5 km, à calculer depuis l'arrêt de départ ont, outre l'intervention visée à l'article 3, droit à une intervention supplémentaire de la part de l'employeur.