[Congeneren die vaak co-elueren zijn bijvoorbeeld PCB 28/31, PCB 52/69 en PCB 138/163/164. Bij GC-MS moet ook rekening worden gehouden met eventuele storingen van fragmenten van hoger gechloreerde congeneren.]
[Les congénères qui coéluent souvent sont, par exemple, les PCB 28/31, les PCB 52/69 et les PCB 138/163/164. Pour la CG/SM, il convient de tenir compte aussi des interférences possibles de fragments de congénères plus fortement chlorés.]