Tijdens het interview (in het Nederlands en in het Frans) zullen de volgende elementen worden getoetst : mondelinge communicatievaardigheid in het Nederlands en het Frans, algemene geschiktheid voor het uitoefenen van een betrekking bij de Senaat en bij de Taaldienst in het bijzonder (o.m. persoonlijkheid en maturiteit, motivatie).
Lors de l'entretien (en français et en néerlandais), les éléments suivants seront évalués : aptitude à communiquer oralement en français et en néerlandais, aptitude générale à l'exercice d'une fonction au Sénat et au Service linguistique en particulier (personnalité et maturité, motivation, etc.).