2. Een lidstaat kan aan het machtigen van een in een derde staat gevestigde erkende organisatie tot het in zijn naam uitvoeren van de in artikel 3 vermelde taken, of een gedeelte daarvan, de eis verbinden dat de betrokken derde staat zijnerzijds de in de Gemeenschap gevestigde erkende organisaties op basis van wederkerigheid behandelt.
2. En vue d'autoriser un organisme agréé situé dans un pays tiers à accomplir en son nom les tâches visées à l'article 3, ou une partie de celles-ci, un État membre peut exiger de ce pays tiers la réciprocité de traitement pour les organismes agréés situés dans la Communauté.