Principieel geldt echter voor alle programma's op het gebied van het buitenlands beleid dat de lidstaten na de financiële dotatie door de begrotingsautoriteit (Raad en Parlement) bij de uitvoering - die eigenlijk uitsluitend bij de Commissie als verantwoordelijke executieve dient te berusten - via de omweg van de regelgevende comités hun uiteindelijke besluitvormingsbevoegdheid terughalen.
La règle qui vaut pour tous les programmes de politique étrangère est toutefois que, après que l'autorité budgétaire (Conseil et Parlement) en a fixé la dotation financière, les États membres récupèrent leur compétence de décision finale, par le biais des comités de gestion, et ce lors de leur exécution, laquelle devrait incomber à la seule Commission en sa qualité d'exécutif responsable.