Het EFRO financiert ongeveer 61% van de steun, hoofdzakelijk ten behoeve van ondernemingen; het aandeel van het ESF bedraagt 26% voor de medefinanciering van de ontwikkeling van het menselijk potentieel, het EOGFL draagt 8% bij ten behoeve van landbouw- en andere plattelandsontwikkelingsprojecten en het FIOV zorgt voor de overige 5%.
Le FEDER assure environ 61 % du financement, affecté essentiellement aux entreprises; la part du FSE est de 26 %, destiné à financer le développement des ressources humaines, le FEOGA contribuera à hauteur de 8 % aux projets agricoles et autres liés au développement rural et l'IFOP fournira les 5 % restants.