Traduction de «eerste zin van diezelfde » (Néerlandais → Français) :

De tweede zin van artikel 330 voorziet evenwel in een facultatieve veroordeling, wat lijkt te berusten op een vergissing, aangezien de eerste zin van diezelfde bepaling reeds een facultatieve veroordeling behelst.
Or, la deuxième phrase de l'article 330 prévoit une condamnation facultative, ce qui semble résulter d'une erreur puisque la condamnation facultative est déjà prévue par la première phrase de cette même disposition.

Art. 2. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd door het ministerieel besluit van 8 januari 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « artikel 3, eerste lid, 7°, en tweede lid » worden vervangen door de woorden « artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 7°, 8°, 9° of 10°, en tweede lid »; 2° de woorden « artikel 11, § 1, eerste lid, en § 2, eerste en vierde lid; » worden vervangen door de woorden « artikel 11, § 1, eerste lid, en § 2, eerste en vierde lid, en § 3; »; 3° de woorden « ; artikel 13, §§ 2bis tot 5; artikel 18, § 2; » worden vervangen door de woorden « ; artikel 13, § 1, derde lid, tweede zin, en §§ 3 en 4; artikel 18, § 3; »; 4° de woorden « artikel 42, § 1, tweede lid, eerste zin; artikel 42bis, § 1, eerste zin; artikel 42ter, § 1, eerste en derde lid; artikel 42quater, § 1, eerste en derde lid; » worden vervangen door de woorden « artikel 42bis, § 1, eerste lid, eerste zin, 2 en 3; artikel 42ter, §§ 1 en 2; artikel 42quater, §§ 1 tot 4 »; 5° de woorden « de artikelen 47/1 tot 47/3; ; artikel 49, § 1, 6°, § 2, eerste lid, en § 3; artikel 49/2, § 4, eerste lid, en § 5 » worden vervangen door de woorden « artikel 43; artikel 45, §§ 1 en 5; de artikelen 47/1 tot 47/4; artikel 49, § 1, eerste lid, 6°, § 2, eerste en tweede lid, en § 3; artikel 49/2, § 4, eerste en tweede lid, en § 5; »; 6° paragraaf 1 wordt aangevuld met de woorden « ; artikel 74/20; artikel 74/21».
Art. 2. A l'article 6, § 1, du même arrêté, modifié pour la dernière fois par l'arrêté ministériel du 8 janvier 2016, les modifications suivantes sont apportées : 1° les mots « l'article 3, alinéa 1, 7°, et alinéa 2 » sont remplacés par les mots « l'article 3, alinéas 1, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 7°, 8°, 9° ou 10°, et 2; 2° les mots « l'article 11, § 1, alinéa 1, et § 2, alinéa 1 et 4; » sont remplacés par les mots « l'article 11, § 1, alinéa 1, et § 2, alinéa 1 et 4, et § 3; »; 3° les mots « ; l'article 13, §§ 2bis à 5; l'article 18, § 2; » sont remplacés par les mots « ; l'article 13, § 1, alinéa 3, 2 phrase, et §§ 3 et 4; l'article 18, § 3; »; 4° les mots « l'article 42, § 1, alinéa 2, 1 phrase; l'article 42bis, § 1, 1 phrase; l'article 42ter, § 1, alinéas 1 et 3; l'article 42quater, § 1, alinéas 1 et 3; » sont remplacés par les mots « l'article 42bis, § 1, alinéas 1, 1 phrase, 2 et 3; l'article 42ter, §§ 1 et 2; l'article 42quater, §§ 1 à 4 »; 5° les mots « les articles 47/1 à 47/3; ; l'article 49, § 1, 6°, § 2, alinéa 1, et § 3; l'article 49/2, § 4, alinéa 1, et § 5 » sont remplacés par les mots « l'article 43; l'article 45, §§ 1 et 5; les articles 47/1 à 47/4; l'article 49, § 1, alinéa 1, 6°, § 2, alinéas 1 et 2, et § 3; l'article 49/2, § 4, alinéas 1 et 2, et § 5; »; 6° le paragraphe 1 est complété par les mots « ; l'article 74/20; l'article 74/21».

Art. 5. In artikel 58 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 januari 2009 en gewijzigd bij het decreet van 29 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt de zin "De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, vermeld in het vierde lid en in artikel 57, § 1, eerste zin, en de op basis van § 2, gedelegeerde bevoegdheden van de gemeenteraad met betrekking tot het aanwijzen, het ontslaan en de sanctie- en tuchtbevoegd|Upheden van de personeelsleden, als vermeld in artikel 96, tweede lid, die andere functies vervullen waaraan het organogram het lidmaatschap van het management|Upteam verbindt, en de bevoegdheden vermeld in § 3, 7°, 8°, b) en c), 9°, 10°, 11°, 14°, a), 15° en 16°, kunnen evenwel niet aan de gemeentesecretaris worden toevertrouwd". vervangen door de zin: "De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, vermeld in het vierde lid en in artikel 57, § 1, eerste zin, en de op basis van artikel 57, § 2, gedelegeerde bevoegdheden van de gemeenteraad met betrekking tot het vaststellen van de rechtspositieregeling, het vaststellen van wat onder het begrip dagelijks personeelsbeheer moet worden verstaan, het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienst|Upverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, en de bevoegdheden vermeld in artikel 57, § 3, 7°, 8°, b) en c), 9°, 10°, 11°, 14°, a), 15° en 16°, kunnen evenwel niet aan de gemeentesecretaris worden toe|Upvertrouwd".
Art. 5. A l'article 58 du même décret, remplacé par le décret du 13 juillet 2007 et modifié par le décret du 29 juin 2006, les modifications suivantes sont apportées : 1° dans l'alinéa 2, la phrase « Les compétences du collège des bourgmestre et échevins, visées à l'alinéa quatre et à l'article 57, § 1, première phrase, et les compétences déléguées du conseil communal sur la base du § 2, relatives à la désignation, la démission et aux compétences de sanction et de discipline à l'égard des membres du personnel, tels que visés à l'article 96, alinéa deux, qui assument d'autres fonctions auxquelles l'organigramme couple l'adhérence à l'équipe de management, et les compétences, visées au § 3, 7°, 8°, b), 9°, 9°, 10° ; 11°, 14°, a), 15° et 16°, en peuvent cependant pas être confiées au secrétaire communal». est remplacée par la phrase : « Les compétences du collège des bourgmestre et échevins, visées à l'alinéa 4 et à l'article 57, § 1, première phrase, et les compétences déléguées du conseil communal sur la base de l'article 57, § 2, relatives à l'établissement du statut, l'établissement de ce qu'il convient d'entendre par la notion de gestion journalière du personnel, la conclusion de transactions avec des membres du personnel à l'occasion d'une cessation du contrat de travail, qui ont pour objet les conséquences de la cessation du contrat de travail, et les compétences visées à l'article 57, § 3, 7°, 8°, b) et c), 9°, 10°, 11°, 14°, a), 15° et 16°, ne peuvent toutefois pas être confiées au secrétaire communal».

Art. 16. In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift van artikel 23 wordt vervangen als volgt : « Art. 23. Verslag »; 2° in het eerste lid wordt het woord "verslag" vervangen door de woorden "schriftelijk verslag"; 3° in het eerste lid wordt tussen de eerste zin en de tweede zin de volgende zin ingevoegd : « Met toestemming van het Bureau kan dit verslag om de twee jaar worden opgemaakt».
Art. 16. A l'article 23 du même décret, les modifications suivantes sont apportées : 1° dans l'intitulé, le mot "annuel" est abrogé; 2° dans l'alinéa 1, les mots "écrit" sont insérés entre les mots "rapport d'activités" et les mots "portant sur l'année précédente". 3° dans l'alinéa 1, la phrase suivante est insérée entre la première et la deuxième phrase : « Avec l'accord du Bureau, ce rapport peut être établi tous les deux ans».

De derde procedure beoogde de vernietiging door het Grondwettelijk Hof van artikel 1, 5°; artikel 1, 8°; artikel 4, eerste lid, eerste zin; artikel 4, derde lid, eerste zin; en artikel 5, eerste zin, van het Consulair Wetboek, dat is aangenomen bij de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek.
La troisième procédure concernait l'annulation par la Cour constitutionnelle de l'article 1, 5°; de l'article 1, 8°; de l'article 4, 1er §, première phrase; de l'article 4, 3e §, première phrase, et de l'article 5, première phrase, du Code consulaire, qui a été adopté par la loi du 21 décembre 2013 portant le Code consulaire.

De derde procedure beoogde de vernietiging door het Grondwettelijk Hof van: - artikel 1, 5°; artikel 1, 8°; - artikel 4, eerste lid, eerste zin; artikel 4, derde lid, eerste zin en - artikel 5, eerste zin, van het Consulair Wetboek, dat is aangenomen bij de wet van 21 december 2013 houdende het Consulair Wetboek.
La troisième procédure concernait l'annulation par la Cour constitutionnelle: - de l'article 1, 5°; de l'article 1, 8°; - de l'article 4, 1er §, première phrase; de l'article 4, 3e §, première phrase et - de l'article 5, première phrase, du Code consulaire, qui a été adopté par la loi du 21 décembre 2013 portant le Code consulaire.

Naar luid van artikel 3, eerste lid, 5º, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 « betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten », is de onroerende voorheffing, die een van de wijzen van inning is van de bij het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 92) geregelde inkomstenbelastingen (8) , immers een gewestelijke belasting, waarvoor de dienst verzorgd wordt door het Vlaamse Gewest op basis van artikel 5, § 3, eerste lid, tweede zin, van diezelfde bijzondere wet (terwijl de federale Staat instaat voor de dienst van die belasting voor rekening van de twee andere gewesten op basis van de eerste zin van de laatstgenoemde bepaling) (9) .
En effet, aux termes de l'article 3, alinéa 1 , 5º, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 « relative au financement des communautés et des régions », le précompte immobilier, qui est un des modes de perception des impôts sur les revenus réglés par le Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après: CIR 92) (8) , est un impôt régional dont la Région flamande assure elle-même le service sur la base de l'article 5, § 3, alinéa 1 , deuxième phrase, de la même loi spéciale (tandis que l'État fédéral assure le service de cet impôt pour le compte des deux autres régions sur la base de la première phrase de cette dernière disposition) (9) .

Naar luid van artikel 3, eerste lid, 5º, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, is de onroerende voorheffing, die een van de wijzen van inning is van de bij het WIB 92 (3) geregelde inkomstenbelastingen, immers een gewestelijke belasting, die geheven wordt door het Vlaams Gewest zelf op basis van artikel 5, § 3, eerste lid, tweede zin, van diezelfde bijzondere wet (terwijl die heffing door de federale Staat gebeurt voor rekening van de twee andere gewesten op basis van de eerste zin van de laatstgenoemde bepaling) (4) .
En effet, aux termes de l'article 3, alinéa 1, 5º, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, le précompte immobilier, qui est un des modes de perception des impôts sur les revenus réglés par le CIR 92 (3) , est un impôt régional, perçu par la Région flamande elle-même sur la base de l'article 5, § 3, alinéa 1, deuxième phrase, de la même loi spéciale (alors que l'État fédéral effectue cette perception pour le compte des deux autres régions sur la base de la première phrase de cette dernière disposition) (4) .

Naar luid van artikel 3, eerste lid, 5º, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, is de onroerende voorheffing, die een van de wijzen van inning is van de bij het WIB 92 (5) geregelde inkomstenbelastingen, immers een gewestelijke belasting, die geheven wordt door het Vlaams Gewest zelf op basis van artikel 4, § 3, eerste lid, tweede zin, van diezelfde bijzondere wet, of door de federale Staat voor rekening van de twee andere gewesten op basis van de eerste zin van de laatstgenoemde bepaling (6) .
En effet, aux termes de l'article 3, alinéa 1, 5º, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, le précompte immobilier, qui est un des modes de perception des impôts sur les revenus réglés par le CIR 92 (5) , est un impôt régional, perçu par la Région flamande elle-même sur la base de l'article 4, § 3, alinéa 1, deuxième phrase, de la même loi spéciale ou par l'État fédéral pour le compte des deux autres Régions sur la base de la première phrase de cette dernière disposition (6) .