Alle raskenmerken in de zin van het eerste lid, onder a), en alle met een asterisk (*) aangegeven kenmerken in het eerste lid, onder b), vermelde testrichtsnoeren worden in aanmerking genomen, tenzij de waarneming van een bepaald kenmerk onmogelijk wordt gemaakt door de expressie van een ander kenmerk, of de expressie van een kenmerk wordt verhinderd door de omstandigheden waaronder de test plaatsvindt.
Tous les caractères variétaux au sens de l'alinéa 1, point a), et tout caractère marqué d'un astérisque (*) dans les principes directeurs visés à l'alinéa 1, point b), sont utilisés, pour autant que l'observation d'un caractère ne soit pas rendue impossible par l'expression d'un autre caractère et que l'expression d'un caractère ne soit pas entravée par les conditions environnementales dans lesquelles l'examen est conduit.