Als het mandaat van één van de gewone leden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, 3°, 4° en 5°, of van één van hun plaatsvervangers eindigt om één van de redenen bedoeld in het eerste lid, voleindigt het nieuwe lid het mandaat van zijn voorganger».
Lorsque le mandat d'un des membres effectifs visés au paragraphe 1 , alinéa 1 , 2°, 3°, 4° et 5°, ou d'un de leurs suppléants prend fin pour l'un des motifs visés à l'alinéa 1 , le nouveau membre achève le mandat de son prédécesseur».