De eerder genoemde rechtspraak van het Arbitragehof en van de afdeling wetgev
ing steunt, wanneer daarin gesteld wordt dat de genoemde wet van 19 december 1974 niet van toepassing is, op
de analyse van deze drie nauw met elkaar verbonden gegeven : de omstandigheid dat de griffiers, de referendarissen bij de het Hof van Cassatie en de referendarissen en de parketjuristen bij de hoven van beroep en bij
de rechtbanken van eerste aanleg tot de recht ...[+++]erlijke orde behoren, het specifieke karakter van hun ambten (rechtstreekse bijstand, samenwerking met de magistraten) en een statuut dat beantwoordt aan de vereisten van die ambten, inzonderheid wat betreft een bepaalde onafhankelijkheid ten aanzien van de uitvoerende macht.Quant à la jurisprudence de la Cour d'arbitrage et de la section de législation précitée, elle se fonde, pour écarter l'application de la loi du 19 décembre 1974, précitée, sur l'analyse de ces trois éléments intimement liés que sont l'appartenance des greffiers, des référendaires près la Cour de cassation et d
es référendaires et juristes de parquet près les cours d'appel et près les tribunaux de première instance à l'ordre judiciaire, la spécificité de leurs fonctions (assistance directe, collaboration avec les magistrats) et un statut répondant aux exigences de ces fonctions, notamment en ce qui concerne une certaine indépendance par r
...[+++]apport au pouvoir exécutif.