»; 2. « Schenden de artikelen 343, § 1, a), 353-8 en 353-9 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11, 22 en 22bis van
de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikel 21 van het Internationaal Verdrag inzake
de rechten van het kind, in zoverre zij niet erin voorzien dat bij adoptie van het kind of het adoptief kind van de ex-echtgenoot van de adoptant, het ouderlijk gezag gez
amenlijk door beide ex-echtgenoten wordt uitgeoefend t ...[+++]erwijl dit wel het geval is bij adoptie van het kind of het adoptief kind van de echtgenoot van de adoptant ?
»; 2. « Les articles 343, § 1 , a), 353-8 et 353-9 du Code civil violent-ils les articles 10, 11, 22 et 22bis de la Constitution, combinés ou non avec l'article 21 de la Convention internationale relative aux droits de l'enfant, dans la mesure où, en cas d'adoption de l'enfant ou de l'enfant adoptif de l'ex-époux de l'adoptant, ils ne prévoient pas que l'autorité parentale soit exercée conjointement par les deux ex-époux, alors qu'il en est bien ainsi en cas d'adoption de l'enfant ou de l'enfant adoptif du conjoint de l'adoptant ?