Zo wordt 30 % van de geplafonneerde bedrijfsinkomsten van de werkende echtgenoot fictief aan de andere echtgenoot toegekend waardoor dit deel van het inkomen minder zwaar wordt belast : in 1996 is het huwelijksquotiënt beperkt tot een toekenning van 297 000 frank aan de niet-werkende echtgenoot.
Ainsi, 30 % des revenus professionnels plafonnés du conjoint travaillant sont fictivement attribués à son conjoint, afin de taxer cette partie des revenus à un taux moindre : le quotient conjugal est ainsi limité à l'attribution de 297 000 francs, en 1996, au conjoint qui ne travaille pas.