De bijkomende voorwaarde van morele dwang of onoverwinnelijke dwaling heeft immers tot gevolg dat gedragingen vanwege een hiërarchisch ondergeschikte in de uitvoering van een onrechtmatig hoger bevel strafrechtelijk gesanctioneerd kunnen worden, hoewel deze « vrij van straf » zijn volgens een strikte toepassing van de artikelen 152 en 260 van het Strafwetboek.
Cette condition supplémentaire de contrainte morale ou d'erreur invincible a en effet pour conséquence que des actes accomplis par un subalterne en exécution d'un ordre illégitime peuvent être réprimés pénalement, bien qu'ils soient exempts de sanction si l'on applique strictement les articles 152 et 260 du Code pénal.