Vertaling van "duurzame energie betreffen " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

verkoopvertegenwoordiger duurzame energie | verkoopvertegenwoordigster duurzame energie | commercieel vertegenwoordiger duurzame energie | commercieel vertegenwoordigster duurzame energie
attachée commerciale en énergies renouvelables | représentante en énergies renouvelables | délégué commercial en énergies renouvelables | délégué commercial en énergies renouvelables/déléguée commerciale en énergies renouvelables

duurzame energie
énergie durable

consulente hernieuwbare energie | consultant hernieuwbare energie | consulent hernieuwbare energie | consultant duurzame energie
consultant en énergies renouvelables | consultante en énergies renouvelables | conseiller en énergies renouvelables/conseillère en énergies renouvelables | conseillère en énergies renouvelables

coalitie van Johannesburg voor duurzame energie | coalitie van Johannesburg voor hernieuwbare energie | JREC [Abbr.]
Coalition de Johannesburg pour les énergies renouvelables | CJER [Abbr.]

permanente groep duurzame energie
groupe permanent des énergies renouvelables

duurzame energie en afvalverwerking
énergies renouvelables et déchets

adviseur duurzame energie | EPA-medewerker | adviseur energiebesparing | adviseur energieverbruik
conseiller espace info-énergie | conseillère espace info-énergie | conseiller espace info-énergie/conseillère espace info-énergie | conseillère info-énergie

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de Minister van Mobiliteit en Vervoer
Secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, adjoint au Ministre de la Mobilité et des Transports

Minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling
Ministre de l'Energie, de l'Environnement et du Développement durable

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De milieucriteria betreffen het voorkomen van bodemerosie, het gebruik van water en energie, duurzame energiebronnen en ontbossing.
Les critères environnementaux concernent la prévention de l’érosion des sols, l’utilisation de l’eau et de l’énergie, les sources d’énergies renouvelables et le déboisement.

Het Fonds ter reductie van de globale energiekost staat onder het toezicht van de minister bevoegd voor het Leefmilieu, de minister bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling, de minister bevoegd voor Energie en de minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie, onverminderd de bevoegdheden van de minister van Financiën en de minister bevoegd voor de Federale Investeringsmaatschappij in de materies die hen betreffen.
Le Fonds de réduction du coût global de l’énergie est placé sous le contrôle du ministre ayant l’Environnement dans ses attributions, du ministre ayant le Développement Durable dans ses attributions, du ministre ayant l’Énergie dans ses attributions et du ministre ayant l’Intégration sociale dans ses attributions, sans préjudice de la compétence du ministre des Finances et du ministre dont relève la Société fédérale d’Investissement pour les matières qui les concernent.

De Noorse autoriteiten verklaren dat projecten op het gebied van nieuwe technologieën, indien zij duurzame energie betreffen, zullen worden gesteund op grond van de regels inzake steun voor de productie en het gebruik van duurzame energie (NCW-methode).
Les autorités norvégiennes indiquent, en ce qui concerne les projets concernant de nouvelles technologies, que ceux qui portent sur des énergies renouvelables doivent être soutenus selon les règles applicables en matière d’aide à la production et l’utilisation d’énergies renouvelables (méthode de la valeur actuelle nette).

Art. 28. § 1. Het « Fonds ter reductie van de globale energiekost » staat onder het toezicht van de minister tot wiens bevoegdheid het Leefmilieu behoort, de minister tot wiens bevoegdheid de Duurzame Ontwikkeling behoort, de minister tot wiens bevoegdheid de Energie behoort en de minister tot wiens bevoegdheid de Maatschappelijke Integratie, onverminderd de bevoegdheden van de Minister van Financiën en de minister bevoegd voor de Federale Investeringsmaatschappij in de materies die hen betreffen.
Art. 28. § 1. « Le Fonds de réduction du coût global de l'énergie » est placé sous le contrôle du ministre ayant l'Environnement dans ses attributions, du ministre ayant le Développement Durable dans ses attributions, du ministre ayant l'Energie dans ses attributions et du ministre ayant l'Intégration sociale dans ses attributions, sans préjudice de la compétence du Ministre des Finances et du ministre dont relève la Société fédérale d'Investissement pour les matières qui les concernent.

Art. 37. § 1. Het Fonds ter reductie van de globale energiekost staat onder het toezicht van de Minister bevoegd voor het Leefmilieu, de Minister bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling, de Minister bevoegd voor Energie en de Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie, onverminderd de bevoegdheden van de Minister van Financiën en de Minister bevoegd voor de Federale Investeringsmaatschappij in de materies die hen betreffen.
Art. 37. § 1. Le Fonds de réduction du coût global de l'énergie est placé sous le contrôle du Ministre ayant l'Environnement dans ses attributions, du Ministre ayant le Développement durable dans ses attributions, du Ministre ayant l'Energie dans ses attributions et du Ministre ayant l'Intégration sociale dans ses attributions, sans préjudice de la compétence du Ministre des Finances et du Ministre dont relève la Société fédérale d'Investissement pour les matières qui les concernent.

In de tweede plaats een verzameling hoofddoelstellingen en maatregelen die de gehele EU betreffen om de belangrijkste problemen in verband met duurzame energie die in de strategie van Lissabon niet aan bod zijn gekomen, aan te pakken: klimaatverandering, gevaren voor de volksgezondheid, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, congestie van het verkeer en problemen in verband met het bodemgebruik.
Deuxièmement, un ensemble d'objectifs prioritaires et de mesures au niveau européen afin de lever les obstacles majeurs au développement durable non pris en compte dans la stratégie de Lisbonne: changement climatique, risques pour la santé publique, appauvrissement des ressources naturelles, saturation des transports et problèmes d'aménagement du territoire.

Deze maatregelen betreffen het federaal beleid gericht op de economische, sociale en ecologische componenten van een duurzame ontwikkeling (consumptiepatronen en productiewijzen, strijd tegen armoede, sociale uitsluiting en overmatige schuldenlast, milieugezondheidskunde, landbouw, bescherming van het mariene milieu, biodiversiteit, energie, vervoer, bescherming van de atmosfeer), het internationaal beleid, het wetenschapsbeleid, het fiscaal beleid, de informatie voor de besluitvorming en de versterking van de rol van de grote maatschappelijke groepen.
Ces mesures ont trait aux politiques fédérales ciblées sur les composantes économiques, sociales et environnementales d'un développement durable (modes de consommation et de production, lutte contre la pauvreté, l'exclusion sociale et le surendettement, santé environnementale, agriculture, protection du milieu marin, diversité biologique, énergie, transports, protection de l'atmosphère), à la politique internationale, à la politique scientifique, à la politique fiscale, à l'information pour la prise de décision et au renforcement du rôle des grands groupes sociaux.

De middelen die besteed worden aan wetenschappelijk onderzoek op het gebied van kernenergie, en meer in het bijzonder wat betreft de ontmanteling van kerncentrales en de opslag van kernafval, betreffen in de eerste plaats het bestuur Energie van het ministerie van Economische Zaken en behoren derhalve tot de bevoegdheden van mijn collega, de staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer (Vraag nr. 28 van 2 maart 2001).
Les moyens consacrés à la recherche scientifique en matière nucléaire, et plus spécifiquement dans les domaines du démantèlement des centrales nucléaires et du stockage des déchets nucléaires, concernent au premier chef l'administration de l'Énergie des Affaires économiques et relèvent par conséquent des compétences de mon collègue, le secrétaire d'État à l'Énergie et au Développement durable, adjoint au ministre de la Mobilité et des Transports (Question n° 28 du 2 mars 2001).