Door de cumulatie met de opnieuw ingevoerde paragraaf 3 van artikel 61ter van het Wetboek van Strafvordering wordt het inzagerecht dus werkelijk uitgehold : de argumentatie dat de tendens van het onderzoek zal zijn om zoveel mogelijk inzagerecht toe te kennen, kan in deze zeker niet als afdoend worden aanzien.
Le cumul de cette disposition avec l'article 61ter, § 3, du Code d'instruction criminelle, réintroduit, vide donc réellement le droit de consultation de sa substance : l'argument suivant lequel l'instruction aura tendance à autoriser autant que possible la consultation, ne saurait être considéré en l'espèce comme satisfaisant.