Traduction de «drie zaken noemen » (Néerlandais → Français) :

Ik wil drie zaken noemen.
Trois questions doivent être abordées.

- (FI) Mevrouw de Voorzitter, ik wil heel kort drie zaken noemen.
– (FI) Madame la Présidente, permettez-moi de mentionner brièvement trois points.

Laat ik tenslotte drie zaken noemen die het publiek graag zou zien in het toekomstige Parlement: het Parlement moet een echte vertegenwoordiging van de burgers worden, te bereiken door een hoge opkomst bij de verkiezingen; er moet binnen het Parlement loyaliteit en collegialiteit zijn, waardoor veel punten van kritiek die in het verslag van de heer Van Hulten worden genoemd, kunnen worden voorkomen, en ik hoop daarom dat het Parlement een eigen statuut krijgt.
Permettez-moi de vous exposer trois choses que le public souhaiterait pour le futur Parlement: une réelle représentation des citoyens grâce à un taux de participation élevé aux élections, une loyauté collégiale en vue d’éviter bon nombre des critiques formulées dans le rapport de M. van Hulten et - c’est là un vœu personnel - un statut qui nous soit propre.

Er zijn drie zaken die ik wil noemen.
Je voudrais soulever trois points.

Artikel 1 bepaalt immers hetgeen volgt: " Het raadgevend comité voor de telecommunicatie, hierna " het comité" te noemen, bestaat behalve de voorzitter uit: 1o drie leden die representatief zijn voor de ondernemingen waarvan één voor de kleine en middelgrote ondernemingen; 2o vijf leden die de meest representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigen; 3o twee leden die de meest representatieve organisaties van de zelfstandigen vertegenwoordigen, benoemd op voordracht van de Hoge Raad van de Middenstand; 4o zes leden die representatief zijn voor de verbruikers, waarvan vier benoemd op voordracht van de Raad van het Verbruik; 5o twee leden die representatief zijn voor de gezinsbelangen; 6o drie leden die representatief zijn voor de producenten van telecommunicatieuitrustingen; 7o drie leden die representatief zijn voor de andere bedrijven die telecommunicatiediensten verlenen; 8o drie leden die Belgacom vertegenwoordigen; 9o een lid aangewezen door de minister van Economische zaken; 10o een lid aangewezen door de minister bevoegd voor de modernisering van de openbare diensten; 11o een lid aangewezen door de minister van Sociale zaken; 12o twee leden aangewezen wegens hun wetenschappelijke deskundigheid inzake telecommunicatie; 13o een lid aangewezen door de Vlaamse Executieve; 14o een lid aangewezen door de Waalse Gewestexecutieve; 15o een lid aangewezen door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve; 16o een lid aangewezen door de Vlaamse Gemeenschap; 17o een lid aangewezen door de Franse Gemeenschap; 18o een lid aangewezen door de Duitstalige Gemeenschap" .
L'article 1er détermine notamment ce qui suit: " Le comité consultatif pour les télécommunications, ci-après dénommé " le comité" , comprend, outre le président: 1o trois membres représentatifs des entreprises dont un représentatif des petites et moyennes entreprises; 2o cinq membres représentant les organisations les plus représentatives des travailleurs; 3o deux membres représentant les organisations les plus représentatives des travailleurs indépendants, nommés sur la proposition du Conseil supérieur des Classes moyennes; 4o six membres représentatifs des consommateurs, dont quatre nommés sur la proposition du Conseil de la Consommation; 5o deux membres représentatifs des intérêts familiaux; 6o trois membres représentatifs des producteurs d'équipements de télécommunications; 7o trois membres représentatifs des autres entreprises de services en matière de télécommunications; 8o trois membres qui représentent Belgacom; 9o un membre désigné par le ministre des Affaires économiques; 10o un membre désigné par le ministre qui a la modernisation des services publics dans ses attributions; 11o un membre désigné par le ministre des Affaires sociales; 12o deux membres désignés en raison de leur compétence scientifique en matière de télécommunications; 13o un membre désigné par l'Exécutif flamand; 14o un membre désigné par l'Exécutif régional wallon; 15o un membre désigné par l'Exécutif de la Région de Bruxelles-Capitale; 16o un membre désigné par la Communauté flamande; 17o un membre désigné par la Communauté française; 18o un membre désigné par la Communauté germanophone" .

Artikel 1 bepaalt immers hetgeen volgt: " Het raadgevend comité voor de postdiensten, hierna " het comité" te noemen, bestaat behalve de voorzitter uit: 1o drie leden die representatief zijn voor de ondernemingen waarvan één voor de kleine en middelgrote ondernemingen; 2o vijf leden die de meest representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigen; 3o twee leden die de meest representatieve organisaties van de zelfstandigen vertegenwoordigen, benoemd op voordracht van de Hoge Raad van de Middenstand; 4o zes leden die representatief zijn voor de verbruikers, waarvan vier benoemd op voordracht van de Raad van het Verbruik; 5o twee leden die representatief zijn voor de gezinsbelangen; 6o drie leden die De Post vertegenwoordigen; 7o twee leden die representatief zijn voor de andere bedrijven die postdiensten verlenen; 8o een lid aangewezen door de minister van Economische zaken; 9o een lid aangewezen door de minister van Openbaar ambt; 10o een lid aangewezen door de minister van Financiën; 11o twee leden aangewezen wegens hun bevoegdheid inzake postaangelegenheden; 12o een lid dat representatief is voor de dagbladpers; 13o een lid dat representatief is voor de periodieke pers; 14o een lid dat representatief is voor de private financiële instellingen; 15o een lid dat de openbare kredietinstellingen vertegenwoordigt; 16o een lid dat de Federatie van Distributieondernemingen, met inbegrip van de postorderbedrijven vertegenwoordigt; 17o een lid dat representatief is voor de filatelistische kringen; 18o een lid aangewezen door de Vlaamse Executieve; 19o een lid aangewezen door de Waalse Gewestexecutieve; 20o een lid aangewezen door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve" .
L'article 1er détermine notamment ce qui suit: " Le comité consultatif pour les services postaux, ci-après dénommé " le comité" , comprend, outre le président: 1o trois membres représentatifs des entreprises dont un représentatif des petites et moyennes entreprises; 2o cinq membres représentant les organisations les plus représentatives des travailleurs; 3o deux membres représentant les organisations les plus représentatives des travailleurs indépendants, nommés sur la proposition du Conseil supérieur des Classes moyennes; 4o six membres représentatifs des consommateurs, dont quatre nommés sur la proposition du Conseil de la Consommation; 5o deux membres représentatifs des intérêts familiaux; 6o trois membres représentant La Poste; 7o deux membres représentatifs des autres entreprises de services postaux; 8o un membre désigné par le ministre des Affaires économiques; 9o un membre désigné par le ministre de la Fonction publique; 10o un membre désigné par le ministre des Finances; 11o deux membres désignés en raison de leur compétence en matière postale; 12o un membre représentatif de la presse quotidienne; 13o un membre représentatif de la presse périodique; 14o un membre représentatif des organismes financiers privés; 15o un membre représentant les institutions publiques de crédit; 16o un membre représentant la Fédération des Entreprises de Distribution, en ce compris les entreprises de vente à distance; 17o un membre représentatif des cercles philatéliques; 18o un membre désigné par l'Exécutif flamand; 19o un membre désigné par l'Exécutif régional wallon; 20o un membre désigné par l'Exécutif de la Région de Bruxelles-Capitale" .