6. wijst erop dat de algemeen geldende rege
l van 45 vragen van drie minuten, zoals vastgesteld
door de Conferentie van voorzitters, de commissies onvoldoende flexibiliteit bood om waar nodig hun methoden aan te passen, bijvoorbeeld door een "catch-the-eye"-procedure in te voeren of door meer tijd uit te trekken voor de sprekers tijdens de eerste ronde, en wijst erop dat drie minuten absoluut onvoldoende waren voor aanvullende vragen; is van mening dat er in de toekomst moet worden gezorgd voor meer flexibiliteit voor de commissies, terwijl de inqui
sitoire aa ...[+++]rd van de hoorzittingen moet worden gewaarborgd door middel van de daadwerkelijke toepassing van het "pingpong"-principe; 6. signale que la règle généralement applicable établie par la Conférence des présidents, prévoyant 45 questions à raison de trois minutes par question-réponse, n'a pas laissé aux commi
ssions le loisir de varier les pratiques en tant que de besoin et, par exemple, de recourir aux interventions à la demande ou d'accorder davantage de temps aux intervenants lors du premier tour d'audition, les trois minutes imparties étant absolument insuffisantes pour toute question complémentaire; considère qu'il convient, à l'avenir, d'accorder une plus grande marge de manœuvre aux commissions tout en garantissant le caractère investigatif des audition
...[+++]s grâce à une application efficace du principe du "ping-pong";