Voorts uitte het Europees Parlement in zijn resolutie van 14 maart 2001 over het Actieplan voor energie-efficiëntie in de Europese Gemeenschap bijvoorbeeld zijn teleurstelling over het feit dat de Commissie geen gedetailleerde en doorzichtige berekening heeft gegeven van haar streven naar vermindering van de energie-intensiteit met één procent per jaar, en drong aan op een eerzuchtiger streefcijfer door zijn eerdere standpunt te herhalen dat jaarlijkse beperkingen van de eind-energie-intensiteit van 2,5% haalbaar zijn, vooropgesteld dat hiertoe een sterke politieke wil aanwezig is.
De plus, dans sa résolution du 14 mars 2001 sur le plan d'action visant à renforcer l'efficacité énergétique dans la Communauté européenne, par exemple, le Parlement européen a regretté qu'en fixant l'objectif de réduction d'intensité énergétique à 1 % par an, la Commission n'ait pas fourni d'estimations détaillées et transparentes et il a souhaité que soit fixé un objectif plus ambitieux en réitérant son avis qu'une réduction annuelle de 2,5 % de l'intensité énergétique finale constitue un objectif raisonnable pour autant que la volonté politique en soit manifestée.