3. De Commissie mag overeenkomstig de procedure van artikel 69, lid 2, een besluit vaststellen waarin wordt bepaald dat de rechts- en toezichtsregelingen van een derde land waarborgen dat ctp's die in dat derde land over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de uit deze verordening voortvloeiende vereisten en dat deze ctp's in dat derde land doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving zijn onderworpen.
3. La Commission peut adopter une décision conformément à la procédure de réglementation visée à l’article 69, paragraphe 2, indiquant que le cadre juridique et le dispositif de surveillance d’un pays tiers garantissent que les contreparties centrales agréées dans ce pays tiers respectent des exigences juridiquement contraignantes qui sont équivalentes aux exigences découlant du présent règlement et font l’objet d’une surveillance et d’une mise en application effectives et continues dans ce pays tiers.