Worden niet beschouwd als woningen in de zin van wat voorafgaat, de volgende verblijfplaatsen : - de kamers in gemeenschappelijke gebouwen (kloosters, klinieken, hospitalen, weeshuizen, enz.); - de kamers voor studenten; - de kamers voor seizoensarbeiders; - de onroerende goederen (of delen van onroerende goederen) die, door hun aard, uitsluitend een beroepskarakter hebben (winkels, ateliers,.).
Ne sont pas considérés comme des habitations au sens de ce qui précède, les logements suivants : - les chambres dans des bâtiments collectifs (couvents, cliniques, hôpitaux, hospices, etc.); - les chambres d'étudiants; - les chambres de travailleurs saisonniers; - les immeubles (ou parties d'immeubles) qui, de par leur nature, sont exclusivement professionnels (magasins, ateliers,.).