Zij stelt daarom voor in het voorgestelde artikel 330, § 1, vierde lid, de woorden « die van het kind moet worden ingesteld ten laatste op de dag waarop het de leeftijd van
tweeëntwintig jaar heeft bereikt » te vervangen door de woorden « die van het kind kan door het kind worden ingesteld ten vroegste op het tijdstip waarop het de leeftij
d van achttien jaar bereikt en moet door het kind worden ingesteld ten laatste op de dag waarop het de leeftijd van
...[+++] tweeëntwintig jaar bereikt ».
Elle propose dès lors de remplacer, à l'article 330, § 1 , alinéa 4, les mots « celle de l'enfant doit être intentée au plus tard le jour où il atteint l'âge de vingt-deux ans » par les mots « celle de l'enfant peut être intentée par l'enfant au plus tôt à compter du moment où il atteint l'âge de dix-huit ans et doit l'être au plus tard le jour où il atteint l'âge de vingt-deux ans ».