Met naleving van de bepalingen van artikel 8 van het verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en voorzover de plaatsen geen woning uitmaken in de zin van artikel 15 van de Grondwet, mogen de personeelsleden van de bevoegde instantie, vermeld in § 1, in de uitoefening van hun functie op elk moment e
en vaartuig, alsook alle publieke en private plaatsen, gebouwen en vervoermiddelen waar zij nuttige vaststellingen of verricht
ingen zouden kunnen doen, betreden, onderzoeken en verze
...[+++]gelen.
Moyennant respect des dispositions de l'article 8 de la convention pour la protection des droits de l'homme et des libertés fondamentales du 4 novembre 1950 et pour autant que les lieux ne puissent pas être assimilés à une habitation au sens de l'article 15 de la Constitution, les membres du personnel de l'instance compétente, visés au § 1, peuvent dans l'exercice de leur fonction entrer dans, inspecter et sceller à tout moment un navire, ainsi que tous les lieux publics et privés, immeubles et moyens de transport où ils pourraient faire des constats ou poser des actes utiles.