(26) Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel mag deze richtlijn geen afbreuk doen aan de bevoegdheid van de lidstaten om voorschriften met betrekking tot het bevaren van bepaalde wateren uit te vaardigen die zij nodig achten met het oog op de bescherming van het milieu en van het net van waterwegen, alsook om de veiligheid op die waterwegen te waarborgen, mits die voorschriften geen aanpassing vereisen van pleziervaartuigen die conform zijn met deze richtlijn, en die voorschriften gerechtvaardigd zijn en evenredig zijn met het nagestreefde doel.
(26) Conformément au principe de subsidiarité, les dispositions de la présente directive ne devraient pas affecter le droit des États membres à arrêter les exigences qu'ils peuvent juger nécessaires en matière de navigation sur certaines eaux afin de protéger l'environnement et la configuration des voies navigables et afin d'assurer la sécurité sur celles-ci, sous réserve que ces dispositions n'obligent pas à modifier des bateaux qui sont conformes à la présente directive et qu'elles soient justifiées et proportionnées à l'objectif fixé.