d) indien de betrokkene aan de veiligheidsagenten een identiteitsdocument voorlegt of zich aan de hand van andere documenten identificeert, tenzij § 1, tweede lid, van toepassing is.
d) si l’intéressé présente un document d’identité aux agents de sécurité ou s’identifie à l’aide d’autres documents, sauf si le § 1 , alinéa 2, est d’application.