2. Indien de bevoegde autoriteiten van een lidstaat een dochterinstelling niet in het toezicht op geconsolideerde basis betrekken op grond van een van de in artikel 13, onder a) en b), van Verordening [in te voegen door het Publicatiebureau] bedoelde gevallen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar deze dochterinstelling gelegen is, van de moederonderneming inlichtingen verlangen om de uitoefening van het toezicht op deze instelling te vergemakkelijken.
2. Lorsque les autorités compétentes d'un État membre n'incluent pas un établissement filiale dans la surveillance sur base consolidée par application de l'un des cas prévus à l'article 13, points a) et b), du règlement [à insérer par l'OP], les autorités compétentes de l'État membre où est situé cet établissement filiale peuvent demander à l'entreprise mère des informations de nature à leur faciliter la surveillance de cet établissement.