De formulering van dit grondwetsartikel dringt de verdedigers van het Nederlands (maar ook van het Frans en het Duits) in dit land echter in een zeer eng keurslijf. Er kan immers alleen wetgevend worden opgetreden inzake handelingen van het openbaar gezag en gerechtszaken.
Toutefois, tel qu'il est formulé, l'article en question de la Constitution enferme les défenseurs du néerlandais (mais aussi ceux du français et ceux de l'allemand) dans un carcan très étroit, puisqu'il prévoit que l'emploi des langues ne peut être réglementé que pour les actes de l'autorité publique et les affaires judiciaires.