Indien de aanvraag onontvankelijk is, licht de Dienst de aanvrager daarover in op de wijze voorzien onder § 1 of, in voorkomend geval, binnen de termijn voorzien onder § 2, derde lid, waarbij in de beslissing de redenen van onontvankelijkheid worden opgegeven.
Si la demande est irrecevable, l'Office en informe le demandeur suivant les modalités prévues au § 1, ou, le cas échéant, dans le délai prévu au §2, alinéa 3. Il mentionne, dans sa décision, les motifs de l'irrecevabilité.