Art. 24. § 1. De personen die op basis van artikel 2
van het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen, een vergunning verkregen hebben voor het handel drijven in hulpmiddelen beoogd door di
t besluit en die de erkenning vragen bedoeld in artikel 10, § 4, tweede lid van dit besluit bin
nen een termijn van drie maand na de inwerkin
gtreding e ...[+++]rvan, worden geacht te beschikken over de vereiste lokalen en uitrusting teneinde te voldoen aan de vereisten bedoeld in artikel 10, § 4, eerste lid, van dit besluit totdat uitspraak gedaan is over de aanvraag tot erkenning.
Art. 24. § 1. Les personnes ayant obtenu sur base de l'article 2 de l'arrêté royal du 6 juin 1960 relatif à la fabrication, à la distribution en gros des médicaments et à leur dispensation une autorisation de faire le commerce de dispositifs visés par le présent arrêté et qui demandent l'agrément visé à l'article 10, § 4, alinéa 2 du présent arrêté dans un délai de trois mois après son entrée en vigueur, sont considérées comme disposant des locaux et de l'équipement requis pour satisfaire aux exigences visées à l'article 10, § 4, alinéa premier du présent arrêté jusqu'à ce qu'il soit statué sur la demande d'agrément.