De bepa
lingen van § 3 zijn niet van toepassing wanneer de spaarder
niet-inwoner bedoeld in § 3, tweede lid, b, alhoewel hij de delen van het fonds in eigen naam beheert of bezit, er krachtens een andere contractuele verplichting dan het reglement van het fonds toe gehou
den is de opbrengst ervan door te storten aan de uiteindelijke verkrijger, noch wanneer het bel
eggingsfonds er toe gehouden is een in ...[+++]komen bedoeld in artikel 90, 11° van hetzelfde Wetboek met betrekking tot Belgische aandelen die het krachtens een ontlening bezit door te storten behalve wanneer de uiteindelijke verkrijger een niet-inwoner is bedoeld in § 2, een beleggingsfonds is bedoeld in § 3 of een moedervennootschap is bedoeld in § 5 of in § 6».
Les dispositions du § 3 ne sont pas d'application lorsque l'épargnant non-résident visé au § 3, alinéa 2, b, bien qu'il gère en son nom ou détient les parts du fonds, est tenu d'en verser le produit au bénéficiaire final en vertu d'une obligation contractuelle autre que le règlement du fonds, ni lorsque le fonds de placement est tenu de verser un revenu visé à l'article 90, 11° du même Code relatif à des actions ou parts belges qu'il détient en vertu d'un emprunt sauf si le bénéficiaire final est un non-résident visé au § 2, un fonds de placement visé au § 3 ou une société mère visée au § 5 ou au § 6».