55. stelt vast dat lidstaten in de referentieperiode door het Europees Hof voor de rechten van de mens in de zaken nrs. 37119/97, 35972/97 en 29545/95 zijn veroordeeld wegens discriminatie bij de toegang tot een overheidsfunctie; verzoekt de Commissie na te gaan of in de genoemde gevallen Richtlijn 2000/78/EG tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep is overtreden en zonodig passende maatregelen te nemen; verzoekt voorts specifieke ontwerprichtlijnen in te dienen op grond van artikel 13 van het EG-Verdrag ter bestrijding van alle in
artikel 13 genoemde discriminatiegronden ...[+++]; 55. constate qu'au cours de la période d'observation, des États membres ont été condamnés par la Cour européenne des droits de l'homme dans le cadre des affaires n° 37119/97, 35972/97 et 2
9545/95 au motif de discrimination en matière d'accès à l'emploi dans la fonction publique; demande à la Commission d'examiner s'il y a eu ou non, dans les cas précités, violation de la directive 2000/78/CE portant création d'un cadre général en faveur de l'égalité de traitement en matière d'emploi et de travail, et de prendre, le cas échéant, les mesures appropriées; demande en outre que soient présentés des projets de directive
spécifiqu ...[+++]es sur la base de l'article 13 du traité CE, en vue de lutter contre tous les motifs de discrimination énoncés dans cet article;