Het Hof merkt ook op dat de nationale rechterlijke instanties weliswaar gebonden zijn aan de vaststellingen van de Commissie ten aanzien van het bestaan van mededingingsverstorend gedrag, maar dat dit niet wegneemt dat zij als enige bevoegd zijn om te beoordelen of sprake is van schade en van een direct causaal verband tussen deze gedraging en de geleden schade.
La Cour relève également que, s’il est vrai que les tribunaux nationaux sont liés par les constatations de la Commission quant à l’existence d’un comportement anticoncurrentiel, il n’en reste pas moins qu’ils sont seuls compétents pour apprécier l’existence d’un préjudice et du lien de causalité direct entre ce comportement et le préjudice subi.