Paragraaf 2 betreft meer bepaald het direct afluisteren waarvoor de ambtenaren van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten de toelating dienen te krijgen om binnen te dringen in woningen om er een technisch middel te installeren om communicaties af te luisteren, er kennis van te nemen en ze te registreren.
Le § 2 concerne plus particulièrement les écoutes directes. À cet égard, les agents des services de renseignement et de sécurité doivent obtenir au préalable l'autorisation de pénétrer dans des domiciles afin d'y installer un moyen technique permettant d'écouter, de prendre connaissance et d'enregistrer des communications.