Art. 4. In afwijking van artikel 2quater, § 4, eerste lid, 14°, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, ingevoegd bij dit besluit, kunnen de erkende ondernemingen die voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit prestaties die betaald werden met dienstencheques lieten verrichten door werknemers tewerkgesteld in het kader van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, deze prestaties verder laten verrichten tot het einde van de periode bedoeld in artikel 60, § 7, van de voornoemde organieke wet van 8 juli 1976.
Art. 4. Par dérogation à l'article 2quater, § 4, alinéa 1, 14°, de l'arrêté royal du 12 décembre 2001 concernant les titres-services, inséré par le présent arrêté, les entreprises agréées qui faisaient effectuer des prestations payées avec des titres-services par des travailleurs mis à l'emploi dans le cadre de l'article 60, § 7, de la loi organique des centres publics d'aide sociale du 8 juillet 1976 avant la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, peuvent continuer à faire effectuer ces prestations jusqu'à la fin de la période prévue à l'article 60, § 7, de la loi organique du 8 juillet 1976 précitée.
